De regenworm

Afbeelding 1: Een regenworm in zijn habitat

         Afbeelding 2: De bodem van een regenworm

Leefgebied

Regenwormen komen voor in Noord-Amerika, Europa, Azië en het Midden-Oosten. Ze komen dus wereldwijd voor behalve in droge klimaten en op Antarctica. Sommige soorten komen alleen in een bepaald gebied voor en sommige hebben een wereldwijde verspreiding. In Nederland leven zo’n 25 soorten regenwormen. De gewone regenworm komt het meeste voor

 

Habitat

Daarnaast leven regenwormen onder de grond. Ze graven lange gangen. De regenworm leeft vlak onder het grondoppervlak. Zij hebben een voorkeur voor een vochtige en PH-neutrale grond. Als de bodem begint te trillen, kruipen regenwormen naar boven. In de winter kruipen ze dieper de grond in. Regenwormen zijn gevoelig voor licht en proberen licht te vermijden.

 

Gedrag/leefwijze

Regenwormen zijn in staat om elkaars gedrag te beïnvloeden, niet door geluid en geur maar door middel van lichaamscontact. Ook onderlinge communicatie vindt plaats via lichamelijk contact en niet door het afscheiden van een chemische stof. Als een worm een andere worm tegenkomt en aanraakt, merkt deze welke kant de worm op gaat en zal die achter hem aan gaan. De wormen vormen kuddes van ongeveer 40 wormen. Wormen bewegen zich voort door middel van borsteltjes aan zijn lichaam, hij zet zich hiermee af en zo kruipt hij door de grond.

 

Seizoens activiteiten

’s Winters houden regenwormen een winterslaap (ook wel diapause) [1]. Ze gaan dieper de grond in en zijn inactief waardoor ze weinig energie verbruiken. Als het weer warm genoeg is, worden ze actief en kruipen naar het grondoppervlak. Regenwormen kunnen zich het hele jaar door voortplanten behalve wanneer het in de zomer te warm is of in de winter te koud. Vooral in de herfst en in de lente planten wormen zich voort.

 

Voortplanting

Regenwormen doen aan geslachtelijke voortplanting. Als het regent komt de regenworm boven de grond om te paren. Er worden eitjes geproduceerd en die worden afgezet in een slijmerige massa. Wormen paren met elkaar maar de eitjes worden buiten het lichaam bevrucht tijdens de vorming van de cocon. Tijdens de paring ligt kop tegen kont en kont tegen kop gedurende 2 uur lang. Ze wisselen dan zaadcellen uit. Elke regenworm heeft zowel een mannelijk als een vrouwelijk geslachtsorgaan. Paren doen ze boven de grond en onder natte omstandigheden.

 

Uiterlijk

Regenwormen zijn langwerpig, rood/roze en hebben geen poten. Een worm wordt maximaal 30 cm. Het lichaam bestaat uit segmenten. Een gewone regenworm heeft ongeveer 150 segmenten. Het voorste segment bevat de mondopening. De lichaamssegmenten bevatten kleine, verharde uitsteeksels. Deze borstels worden gebruikt bij de paring zodat ze zich aan elkaar vast kunnen houden en ze dienen als trilling sensoren. Als een vogel een worm uit de grond wil trekken, zorgen de borstels ook voor extra wrijving zodat dit moeilijker gaat. Volwassen regenwormen hebben aan de voorzijde een verdikking (clitellum). Het clitellum maakt slijm aan tijdens de paring.[2]

 

Voedsel

Een regenworm eet vooral dood organisch en plantaardig materiaal. Dit zijn dus vooral rottende plantenresten. Een regenworm kan onderweg dat voedsel opnemen maar kan het ook meenemen onder de grond. Het eten van uitwerpselen van soortgenoten vermijdt de regenworm. Ze eten wel uitwerpselen van andere dieren omdat deze verteerbare stoffen bevatten. Weke delen van dode dieren worden ook gegeten door regenwormen.

 

Bodem

Doordat wormen grote gangen graven in de boden, komt er atmosferische lucht in de bodem. Organische stoffen kunnen dan beter afgebroken worden door bacteriën. Hierdoor wordt de bodem geschikter om planten te laten groeien. Door de tunnels van de regenwormen, kan de bodem ook meer water opnemen, afvoeren en vasthouden. Ook een voordeel van regenwormen in de bodem is dat zij dode plantenresten omzetten in mineralen(Zie afbeelding 2)

 

Voedselpiramide/keten

Regenwormen staan aan de basis van vele voedselketens. Voor veel vogelsoorten zoals de merel, roodborstje en een kraai zijn regenwormen voedsel. Ook egels, dassen, mollen, insecten en naaktslakken eten regenwormen (Zie afbeelding 3) Regenwormenpoep bestaat voor ongeveer 70% uit humus wat veel mineralen bevat en weer beschikbaar wordt voor planten.

 

 

 

Afbeelding 3: Voedselpiramide van de regenworm

 

Gebruikte bronnen:

https://www.nemokennislink.nl/publicaties/regenwormen-onmisbare-tunnelbouwers/

https://nl.wikipedia.org/wiki/Regenwormen

https://biologiepagina.nl/1/Ordening6/regenworm.htm

https://schooltv.nl/video/de-regenworm-een-echt-bodemdiertje-zonder-skelet/

https://www.ivn.nl/afdeling/voorne-putten-rozenburg/gewone-regenworm-0

https://dier-en-natuur.infonu.nl/dieren/99671-het-leven-van-een-regenworm.html

 

[1] Venhuizen, G. (2011, november 26). Regenwormen: onmisbare tunnelbouwers. Opgehaald van nemokennislink: https://www.nemokennislink.nl/publicaties/regenwormen-onmisbare-tunnelbouwers/

[2] Ymbakker. (2016, oktober 22). Het leven van een regenworm. Opgehaald van dier-en-natuur: https://dier-en-natuur.infonu.nl/dieren/99671-het-leven-van-een-regenworm.html

Maak jouw eigen website met JouwWeb